Een jaar oorlog in Oekraine: verhalen van Nederlandse hulpverleners

Op vrijdag 24 februari 2023 is het precies één jaar dat Rusland Oekraïne binnenviel. Utrecht heeft sindsdien meer dan 10.000 Oekraïense vluchtelingen opgevangen. De manier waarop Utrecht haar steentje heeft bijgedragen, laat zien dat doel 16 ‘Vrede, Justitie en Sterke Publieke Diensten’ hoog in het vaandel staat. Lees hier de verhalen van verschillende Nederlandse hulpverleners, die op hun eigen manier iets hebben betekend voor de Oekraïners. Deze verhalen worden gepubliceerd tijdens de Walk of Hope

Jan Willem en Raquel, vrijwilligers

“Toen vorig jaar de oorlog uitbrak vloog het nare nieuws ons om de oren” zeggen Jan Willem en Raquel uit Ondiep. “We voelden ons daardoor zo machteloos, van achter je tv kan je namelijk niks doen. Daarom besloten we actie te ondernemen.” Jan Willem en Raquel sloten zich aan bij meerdere organisaties die spullen brachten naar de Pools-Oekraïense grens. Hierdoor begon het balletje te rollen en kwamen ze uiteindelijk bij Vital’nya terecht. Ze begonnen met vrijwilligerswerk door onder andere mee te doen aan de English speaking Club, mee te helpen met verhuizen en buddy te zijn voor de Oekraïense bezoekers van Vital’nya. Raquel benadrukt: “We besteden onze tijd graag aan de hulp. Maar dat is niet erg, we voelen namelijk zo veel dankbaarheid vanuit de Oekraïners.”

Jan Willem voegt daaraan toe dat ze het gevoel hebben de vluchtelingen al jaren te kennen. “De banden die ik het afgelopen jaar heb opgebouwd, zijn niet te vergelijken met sommige contacten die ik afgelopen 10 jaar heb opgedaan. Dat komt doordat je allemaal hetzelfde doel hebt, het wederzijds vertrouwen groeit daarmee heel snel. Het voelt bijzonder zo veel positieve energie te krijgen uit de tijd die we delen met onze nieuwe Oekraïense vrienden.”  

Arthur Lippus, vrijwilliger en initiatiefnemer Vital’nya

Toen de Russen Oekraïne aanvielen spoorde Arthur’s dochter hem aan om de deuren van ‘zijn’ gebouw ANNE op het terrein van de Jaarbeurs open te zetten voor vluchtelingen uit Oekraïne. Destijds was ANNE een ontmoetingsplek waar de Duurzame Ontwikkelingsdoelen centraal stonden. Op 1 april werd deze ontmoetingsplek een huiskamer (Vital’nya in het Oekraïens) waar de Oekraïners gezamenlijk op adem konden komen en activiteiten ontplooien. “De huiskamer is op eigen kracht gegroeid, ik heb enkel de deur geopend. Binnen korte tijd waren er taallessen, groepstherapie sessies en yogalessen” vertelt Arthur. De locatie van ANNE moest helaas sluiten in de zomer van vorig jaar, Vital’nya verhuisde naar een nieuwe locatie en kort daarna weer naar een andere plek. Toch zorgde dit alleen maar voor nieuwe kansen.

“Onze Oekraïense vrienden leefden helemaal op en namen het heft in eigen handen. De rollen draaiden om, zij namen het initiatief van ons over. We hoefden alleen nog maar te helpen. En kijk waar ze nu staan. We zijn super trots op ze en hebben er onverwacht een paar nieuwe vrienden voor het leven bij.” Toch kan Arthur niet wachten tot hij met de camper zijn nieuwe vrienden achterna kan reizen om ze te helpen met de wederopbouw van hun land. “Nog liever gister dan vandaag”, zegt hij.

Paul van Koppen, locatiemanager Jaarbeurs

Al vanaf het eerste moment dat de Oekraïners aankwamen in Utrecht, worden ze opgevangen in Jaarbeurs. Paul van Koppen, manager van de opvang locatie in Hal 5, vertelt: ‘’de gemeente was de eerste maand verantwoordelijk en daarna namen wij, de VRU, het over. Nu, een jaar later, hebben we veel processen verbeterd met een team dat zich hard inzet voor de Oekraïners.’’ Hal 5 is een primaire opvang plek. Vluchtelingen uit Oekraïne krijgen hier te eten, kunnen hier slapen en wachten tot ze naar een meer permanente plek kunnen met wat meer privacy.  De meeste mensen blijven niet lang in Hal 5, we proberen namelijk zo snel mogelijk een geschikte plek voor ze te vinden. ‘’Helaas is het voor sommige mensen lastiger dan voor anderen’’, zegt Paul. 

‘’Mensen met dieren bijvoorbeeld, niet alle gastgezinnen of hotels zitten daarop te wachten.’’ Toch zetten Paul en zijn collega’s zich keihard in om mensen goed te laten doorstromen. ‘’Laatst was er een vrouw die in het zuiden van het land geplaatst zou worden, terwijl haar dochter in het noorden zat. We hebben toen geprobeerd om ze samen te plaatsen, en met succes. Moeder en dochter zijn herenigd. Op zulke momenten weet je waar je het voor doet, het doet me goed om dit werk te doen.’’

Luca (13), vriend van Svat

‘’Vorig jaar waren we bij de openingsdag van Vital’nya en leerden daar wat Oekraïners kennen. Eén van hen was Svyatoslav (Svat), hij was er met zijn moeder’’, vertelt Luca van 13. Afgelopen jaar heeft hij een mooie vriendschap opgebouwd met Svat. Zijn moeder en hij komen geregeld over de vloer bij Luca en zijn gezin om samen te eten, te gamen en natuurlijk te drummen. ‘’Svat kan echt heel goed drummen, hij leert mij ook nieuwe dingen. In Oekraïne krijgt ieder kind muziekles, ze mogen zelf kiezen welk instrument ze willen bespelen.’’ Svyatoslav krijgt nog steeds les van zijn docent. ‘’Svat videobelt dan met zijn docent vanuit Oekraïne, maar soms neemt de docent niet op. Dan zit hij in de schuilkelder en heeft hij geen bereik’’ zegt Luca. 

‘’We doen ook graag andere dingen, zoals voetballen, hout sjouwen en gamen. Svat speelt graag GTA, maar ik vind dat iets te gewelddadig. Het is altijd gezellig als hij er is. Deze vriendschap is echt voor altijd. Svat wil zelf graag in Nederland blijven wonen, dat lijkt mij ook leuk. Als zijn hele familie dan ook komt, kunnen ze gezellig mee eten!’’.

Janita, medewerker Gemeente Utrecht

‘’Toen we doorhadden dat er een vluchtelingenstroom vanuit Oekraïne kwam, ging iedereen daarop aan. Als Gemeente Utrecht, de stad van de mensenrechten, hebben we die verantwoordelijkheid’’ vertelt Janita Satter van de Gemeente Utrecht. Janita’s normale werkzaamheden maakten afgelopen jaar 9 maanden lang plaats voor de Oekraïners. ‘’Je oefent niet op dit soort situaties. Er ligt wel een crisisplan en als gemeente ben je voorbereid op rampen, maar je moet ook kijken naar wat er specifiek nodig is voor een situatie. Wat de Oekraïens hebben meegemaakt is op zichzelf al een grote emotionele schok, maar om dan vervolgens ook nog op een veldbedje te belanden, dat zou trauma op trauma zijn. Daarom wilden we zoveel mogelijk mensen opvangen in hotels en gastgezinnen.’’ 

En met succes: al snel konden veel mensen doorstromen naar deze locaties en werden de veldbedjes in de Jaarbeurs vermeden. ‘’Dit was onmogelijk geweest zonder de hulp van vrijwilligers, inwoners en alle andere organisaties’’ vertelt ze. ‘’Het is echt bewonderingswaardig hoe iedereen de schouders eronder heeft gezet om dit mogelijk te maken; de gastgezinnen, hotels, Het Rode Kruis, Vluchtelingenwerk, Vital’nya en alle andere vrijwilligers Het is heel bijzonder om te zien hoe iedereen elkaar wil helpen.’’

Wouter Visser, The Anthony Hotel

Het afgelopen jaar werden veel hotels in Nederland opengesteld om Oekraïense vluchtelingen van onderdak te voorzien. Eén daarvan was The Anthony Hotel in de wijk Lombok in Utrecht. Wouter Visser, hotelmanager The Anthony Hotel, vertelt: “je voelt een bepaalde verantwoordelijkheid en vanuit mijn rol en positie ben je een soort van geprogrammeerd om dingen te gaan regelen. Maar wat de mensen eigenlijk nodig hadden was een stukje rust. Een plek om even op adem te komen, te telefoneren met het thuisfront en zich veilig te voelen, zoveel hoef je dus eigenlijk niet te regelen.” Wat het Anthony Hotel, net als andere hotels in Utrecht, deed was soms net even anders dan de normale werkzaamheden. 

Wouter: “Veel Oekraïners wisten niet goed waar ze aan toe waren, daarom organiseerden we informatieavonden en stuurden we de informatie door die we zelf hadden ontvangen van de gemeente. We verzorgden het dagelijkse eten, maar gaven ze ook de mogelijkheid om zelf aan de slag te gaan in onze keuken om Oekraïense maaltijden te maken. Als teken van dankbaarheid mochten wij ook gezellig mee-eten. De assertiviteit, veerkracht en strijdlustigheid die de mensen lieten zien zal ik nooit vergeten, het heeft echt een diepe indruk op me gemaakt.”

Rients Schuddebeurs, Rabobank Utrecht

Ook de Rabobank heeft haar steentje bijgedragen aan de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne. Rients Schuddebeurs, directeur Rabobank Utrecht, vertelt dat veel personeel het gevoel had iets te moeten doen voor de Oekraïners. Er werden verschillende initiatieven opgezet, bijvoorbeeld de zoektocht naar lege kantoorpanden die konden worden opengesteld voor de Oekraïners. “Het belangrijkste vonden we dat het geld dat door ons gedoneerd werd, ook echt terecht kwam bij de initiatieven zelf”, zegt hij. “Bij een oorlog die zoveel kilometers verderop is, voel je je machteloos. Dat we op deze manier iets konden betekenen, geeft ons een positief gevoel. Wij kunnen de oorlog natuurlijk niet oplossen, maar we kunnen vanuit Utrecht wel ondersteuning bieden. 

Wat ik het meest onthoud is de passie van de initiatiefnemers en vrijwilligers van Vital’nya. Zonder hen was er niet zoveel ruimte voor Oekraïners in Utrecht als er op dit moment is.’’

Bijeenkomst 24 februari

Tickets voor het programma op 24 februari zijn te bestellen via deze website. Oekraïners kunnen gratis een ticket reserveren, aan Nederlanders wordt een bijdrage gevraagd om de dag mogelijk te maken. Om de landelijke herdenkingsbijeenkomst mogelijk te maken is een fondsenwervingscampagne gestart.

Tekst: Lydian Vandermaelen

Foto’s: Robert Oosterbroek